Saint Nicolas

Misschien herinnert u zich dat ik bij mijn commentaar op Rejoice in the Lamb vertelde dat er veel “kindmuziekplezier” is aan Benjamin Britten. Daarmee bedoel ik niet dat Brittens muziek kinderachtig is, maar dat die vaak beeldend tot ons voorstellingsvermogen spreekt (en daarnaast vele andere plezieren kent).

De cantate vertelt het verhaal van de heilige Nicolas, de 4e eeuwse Griekse bisschop van Myra in Turkije. Veel van de huidige Sinterklaas-gebruiken stammen af van oude legendes om zijn persoon. Dat voor ons de heilige Nicolaas uit Spanje komt, is de “schuld” van de 19e eeuwse Amsterdams onderwijzer Jan Schenkman, die ook de stoomboot verzon en ook de schimmel en de schoorsteen.

De cantate begint met te vertellen dat we de mens Nicolas niet meer zien door de heiligheid die hem omringt en vraagt aan Nicolas om te spreken en zich kenbaar te maken. Dat doet hij. Hij spreekt over lang vervlogen tijden waarin hij onder zijn getrouwen was. Zij zijn dood maar hun geloof is na eeuwen vervolging en opoffering het zaad geweest voor zijn verdere verbreiding. Dit deel eindigt met een gebed aan God dat wij de ware weg naar Liefde en Geloof mogen vinden.

Het tweede deel verhaalt van de kindertijd van Nicolas. Elk deel van de vertelling wordt afgerond met de kinderstem van Nicolas die roept: God be Glorified. Eerst springt hij uit de moederschoot, dan ligt hij in windsels. Dan rent hij vrolijk en onschuldig rond, springt in bad, wordt bekend (iedereen in het dorp weet al dat hij een heilige is) en trekt pelgrims aan die naast hem in gebed neerknielen en dan eindigt hij als man die met een volle tenor stem hetzelfde God be Glorified zingt.

In deel 3 draagt Nicolas zijn leven op aan God. Hij zingt over de hopeloosheid, eenzaamheid en de armoe van de mens en zegt dat hij alles deed om die te verlichten. Alles gaf hij op van zijn vroegere, rijke leven ter leniging van de noden van anderen, maar God en Liefde vroegen telkens meer tot hij de nederigheid aanvaardde en toen was de Liefde tevreden. Het is een prachtig stuk muziek waarin de woestenij waarop ons bestaan kan lijken, prachtig vertolkt wordt.

In deel 4 scheept Nicolas in om een pelgrimsreis naar Palestina te maken. Alles lijkt rustig en de matrozen vermaken zich met dobbelen (we horen de munten ketsen). Nicolas waarschuwt voor een storm maar ze besteden geen aandacht aan hem. Dan steekt de wind op en het schip gaat rollen en is speelbal van de golven. De matrozen roepen bevelen naar elkaar en jammeren dat ze het einde nabij voelen. Nicolas weet ze te manen tot gebed en de storm gaat liggen. Dit deel eindigt met een prachtige reflectie op de mens die alleen in opperste nood zich tot God weet te wenden en een gebed om ons te leren nederig en dankbaar te zijn.

In deel 5 komt Nicolas in Myra en wordt daar tot bisschop gewijd. Alle parafernalia die bij zijn ambt horen worden hem aangedaan en omgehangen. Het deel eindigt met een hymne die door de hele congregatie (u dus) gezongen wordt, en u kent de melodie (maar misschien niet de naam: Old Hundredth Psalm Tune).

In deel 6 zit Nicolas in de gevangenis (in de tijd van de vervolging van de christenen). Nicolas maant de christenen om de wildernis die het leven is te accepteren en zich tot God te wenden om het leven dragelijk en zinvol te maken.

Deel 7 vertelt het verhaal hoe drie jongens door een kwaadaardige slager in een vat werden gepekeld en opgediend in een herberg ten tijde van een grote hongerssnood. Nicolas weigert te eten en roept Timothy, Mark en John uit de dood. Het is een van de vele kindervriend legendes van de heilige Nicolas.

Deel 8 gaat verder over zijn vele andere goede werken van liefdadigheid en genade.

Deel 9 eindigt met de dood van Nicolas. Onder de regels waarin Nicolas de dood verwelkomt zingt het koor het Nunc dimittis, de hymne die Simeon sprak toen zijn oude ogen het kind Jezus zagen bij de opdracht in de Tempel. Ook dit deel eindigt met een hymne die u kent en die u mee kunt zingen. Hij staat bekend als The London New en is getiteld God moves in mysterious ways.

Gepubliceerd in Tref. 393 (november 2011)