Over Bachs “wereldlijke cantates” en BWV 215.

Naast ca. 200 kerkcantates heeft Bach enkele niet-religieuze cantates geschreven. Enkele daarvan zijn inderdaad volkomen “werelds” zoals de Koffie-Cantate (BWV 211) of Amore traditore (BWV 203). Maar andere worden “gelegenheids-cantates” genoemd en zijn bedoeld voor jubilea, benoemingen en huldigingen. In deze categorie wordt God wel degelijk genoemd en gedankt, of wordt Zijn zegen ingeroepen voor de te huldigen autoriteit. Zo ook in “Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen”, onze cantate van vanochtend.

 

August III, Keurvorst van Saksen, kreeg in 1734 nog een kroon op; hij werd verkozen tot Koning van Polen. Toen hij korte tijd daarna plotseling aankondigde een bezoek aan Leipzig te zullen brengen, besloten universiteitsstudenten in ijltempo een huldiging in elkaar te zetten. J. C. Clauder schreef een libretto en Bach componeerde in drie dagen de muziek. Om tijd te winnen maakten zowel de dichter als de toondichter gebruik van fragmenten uit het werk “Es lebe der König” (BWV Anh. 11), dat al eerder was uitgevoerd ter ere van Augusts voorganger.

 

Bach zou nooit zijn gigantische oeuvre hebben kunnen maken als hij niet heel efficiënt had gewerkt. In tegenstelling tot zijn kerkelijke composities waren de gelegenheidscantates maar voor eenmalig gebruik bestemd. Daarom gebruikte hij uit die laatste groep soms thema’s voor andere, meer ‘blijvende’ werken. Zo ook in onze cantate 215. In het openingskoor herkent men het “Osanna” uit de Hohe Messe. En de sopraanaria nr. 7 prijkte later, geheel aangepast, als basaria in het Weihnachts Oratorium.

 

In Bachs tijd werden altijd koperblazers en pauken toegevoegd aan het orkest, wanneer het feestmuziek betrof. Zo ook hier. In Leipzig werkte Bach nauw samen met Gottfried Reiche, een trompetvirtuoos aan wie Bach zeer moeilijke partijen kon toevertrouwen. Na de dood van Reiche schreef Bach aantoonbaar minder moeilijke trompetsoli. Dat overlijden van Bachs ster trompettist wordt door tijdgenoten in verband gebracht met de première van onze Cantate 215. Daags na het avondconcert buiten het paleis van de koning schreef een Leipzigs dagblad dat Gottfried Reiche na de uitvoering was overleden door een hartaanval, mogelijk wegens over-inspanning of het inademen van de rook van fakkels. Het laatste is niet denkbeeldig, daar blazers en zangers zó intens moeten ademhalen, dat giftige lucht fataal kan zijn.

Victoria Cassano

 

De alt Victoria Cassano (Madrid 1987) kwam naar Nederland om te studeren aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag bij Rota Dams, Jill Feldman, Michael Chance en Peter Kooij. Momenteel volgt ze een masteropleiding met als specialisatie Spaanse muziek uit de 17de en 18de eeuw. Zij treedt regelmatig op met o.a. de Nederlandse Bach Vereniging, het Bach Koor Hololand, het Laurens Collegium Rotterdam en Capella Reial de Catalunya. Meer informatie op www.victoriacassano.com

Edward Leach

De tenor Edward Leach begon zijn carrière als zanger in de koren van Ipswich School, alvorens te beginnen met een studie aan het Jesus College, aan de Universiteit van Cambridge. Nadat hij met hoogste onderscheiding afstudeerde in Muziekanalyse en –geschiedenis, begon hij aan een carrière als muziektutor en –docent, waarna hij als freelance zanger in Londen aan de slag ging. Zijn professionele ervaring reikt van de Verspers van Montiverdi tot Stockhausens opera. Sinds september studeert Edward bij Pierre Mak aan het Conservatorium van Amsterdam.

Mark Ellis Gough

Mark Ellis Gough is een Lyrische Bariton uit het kleine Canadese stadje Mount Brydges. Aan de universiteit van Western Ontario studeerde hij bij Torin Chiles, Theodore Baerg, en Todd Wieczorek. Mark behaalde zijn Bachelor of Musical Arts en Artist Diploma van de Don Wright Faculty of Music in 2007. Hij nam deel aan verschillende buitenschoolse opleidingen waaronder de prestigieuze Opera NUOVA in Edmonton. Mark maakte zijn Europese debuut in de zomer van 2009 als Calchas in Offenbach’s La Belle Hellene. Momenteel volgt hij een Master of Music aan de Fontys Hogeschool van Tilburg onder leiding van Harry Ruijl en Edward Hoepelman. Voor meer informatie www.mark-ellis-gough.com

Bethany Shepherd

De Australische sopraan Bethany Shepherd studeerde klassieke zang aan het Queensland Conservatorium of Music onder de beroemde Wagneriaanse sopraan Lisa Gasteen. Nadat zij haar bachelordiploma met onderscheiding behaalde, verhuisde Bethany naar Nederland om Oude Muziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag te studeren. Momenteel is ze bezig met haar masteropleiding zang met een specialisatie in Oude Muziek, waarvoor zij lessen krijgt van Rita Dams, Jill Feldman, Peter Kooij en Michael Chance. Bethany trad o.a. op als solist in Die Schöpfung van Haydn, Bach’s virtuoze solocantate Jauchzet Gott in allen Landen, en in de Australische première van C.H Graun’s Der Tod Jesu.