Marjon Strijk (sopraan)

De sopraan Marjon Strijk ontdekte haar liefde voor het zingen al op zeer jeugdige leeftijd.
Zij studeerde solozang bij Jeanne Companjen welke studie zij voortzette bij Bas Ramselaar en Elena Vink. Ook volgde zij masterclasses bij o.a. Ulrich Eisenlohr (met pianist Jeroen Snijder) en bij Michael Chance.

Als soliste wordt zij veelvuldig gevraagd haar medewerking te verlenen aan verschillende koorconcerten in den lande. Haar repertoire omvat vele stijlperioden: van Schütz, Buxtehude, Charpentier naar Bach, Händel, Rameau via Haydn en Mozart naar Schubert, Mendelssohn en Brahms. Ook zingt zij hedendaagse muziek zoals het Requiem van Rutter en Angel of Light van Gert Oost (première). Ze maakte indruk met de indringende cyclus van H. Andriessen voor sopraan en orkest: Miroir de Peine. Marjon werkte als soliste met dirigenten als Jos van Veldhoven, Peter Dijkstra, Harry van der Kamp, Peter Harvey en Klaas Stok. Op 3 en 4 mei 2014 zong Marjon de rol van Anne Frank in het oratorium ‘Annelies’, in het bijzijn van de componist James Witbourn. Het maakte grote indruk op het publiek.

CD-opnamen

Ook werkte de sopraan Marjon Strijk mee aan verscheidene cd-opnamen zoals Missen van Willem de Fesch, Mozart’s Requiem en het beroemde Miserere van Gregorio Allegri (Amsterdam Classics ´98/´99), waarvan tevens televisieregistraties werden gemaakt. Daarnaast is zij te horen op de cd-boxen met de complete serie geestelijke cantates van Johann Sebastian Bach, en nam zij cd’s op met o.a. een vijftal wereldlijke solocantates van A. Vivaldi. Daarna volgden nog cd-opnamen van Bach’s Johannes- en Matthäus-Passion.

Ensembles

Marjon Strijk zingt, naast haar solo-optredens, in verscheidene professionele ensembles.
Zo zong zij begin jaren negentig regelmatig in het koor van de Deutsche Bachvocalisten onder leiding van Professor Gerhard Weinberger tijdens tournees in Duitsland.

Daarnaast zingt zij in het Brabantsch Muzyk Collegie o.l.v. Ruud Huijbregts, waarmee zij een aantal concerten gaf met muziek van Dietrich Buxtehude en de 17e-eeuwse componist Herman Hollanders. Ook nam zij met dit solistenensemble een drietal cd’s op met alle vocale werken van Herman Hollanders. Deze cd’s kwamen begin 2006 uit en werden bijzonder goed ontvangen!

Daarnaast is Marjon vast verbonden aan het (solisten)ensemble van de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven, waarbij zij in 2004 meewerkte aan een cd-opname van Bach’s Johannes Passion die in solistische bezetting werd uitgevoerd.
Vanaf september 2006 is Marjon als freelancer verbonden aan het Nederlands Kamerkoor. 

Vanaf juni 2008 maakt Marjon deel uit van het vermaarde internationale solistenensemble Quink, waarmee zij, naast concerten in Nederland, elk jaar een aantal weken op tournee gaat door Amerika. Quink leidt dan ook Masterclasses op verschillende Highschools en Universities. De meest recente cd die Quink heeft opgenomen (A un Niño llorando) werd met een 10 bekroond door het gerenommeerde blad ‘LUISTER’!

Theater

In het voorjaar van 2005 heeft Marjon voor het eerst meegewerkt aan een Muziektheaterproductie, met 55 voorstellingen door het hele land! Dit betrof een productie voor twee sopranen, twee acteurs, een barokcellist en een klavecinist met muziek van Händel, Purcell en Monteverdi o.l.v. regisseur Flora Verbrugge van Theater Sonnevanck in Enschede. De voorstelling werd zo goed ontvangen dat deze werd opgenomen in de programmering van het Holland Festival Oude Muziek 2005 in Utrecht. Begin 2007 vond een herhalingstournee plaats, en is het als een vast terugkerende voorstelling in de programmering opgenomen.

Tenslotte richt Marjon Strijk zich graag op de liedkunst waarbij zij met verschillende pianisten, organisten en klavecinisten optreedt.

Meer informatie op www.marjonstrijk.nl

Over de cantates 37 en 44

Vanavond bevat de liturgie twee kleinere cantates van J.S. Bach, elk ongeveer 22 minuten lang. De eerste, BWV 37, is bedoeld voor Hemelvaartsdag, de volgende, BWV 44, voor de zondag daarna. Voor beide cantates bestaat het orkest uit strijkers, hobo’s en continuo.

Wer da gläubet und getauft wird (BWV 37)

De tekst gaat over geloof, vertrouwen en dankbaarheid, overwegend in een ingetogen verpakking. Het openingskoor, nr. 1, is een korte en bondige inleiding, zoals de boodschap die wordt verkondigd. Men hoort een ferme melodie in halve noten, gecombineerd met een iets snellere omspeling op dezelfde melodie en tekst. Aria, nr. 2, is een samenspraak tussen soloviolist en tenor. Het geloof en vertrouwen worden uitgedrukt in slingers van rustige coloraturen en elegante versieringen. De oorspronkelijke vioolpartij is verloren gegaan en wordt door een reconstructie vervangen.

Het duet, nr. 3, is gebaseerd op de melodie van het lied Wie schön leuchtet der Morgenstern en op de woorden van het vijfde couplet daaruit. De twee zangers worden alleen door het continuo begeleid, en de drie melodieën zijn uiterst kunstig dooreen geweven, met de uitbundigste coloraturen op de woorden erfreuet en loben. Het recitatief, nr. 4, voor bas en strijkers, geeft de ernstige en strenge opdracht, zich aan Gods wil te onderwerpen. De zelfde solist vervolgt in aria, nr. 5, met de blijmoedige boodschap dat de gelovige vleugels zal krijgen om daarmee de hemel in te vliegen. De opstijgende notenreeksen illustreren dit overduidelijk. Het slotkoraal, nr. 6, vormt een afsluitend gebed.

Sie werden euch in den Bann tun (BWV 44)

De onheilspellende woorden uit Jezus’ afscheidsrede (Johannes 15) openen deze cantate: het pad van een christen zal niet steeds over rozen gaan. Het begin is nu eens niet toebedeeld aan koor en vol orkest, maar ligt in handen van twee solisten, twee hobo’s en continuo: duet nr. 1. De noten zijn zo onverbiddelijk als de tekst. Op het woordje Bann raken de zangers verweven in expressief wringende notenreeksen vol muzikale valkuilen. Dit lamenterende begin gaat plotseling over in het eerste koor, nr. 2, in een sneller tempo en met het volle orkest. Ook hier is de tekst nog onheilspellend en op het woord tötet voeren de zangers duistere harmonieën en moeizame intervallen uit. Een stukje kamermuziek is aria, nr. 3, alleen voor alt, hobo en continuo. De tekst is berustend: gij christenen, aanvaardt martelaarschap en leed. De woorden Marter, Bann und Pein zijn genoteerd op moeizaam-lange noten en grillige sprongen.

Verrassend is het koraal, nr. 4, dat nu eens alleen wordt uitgevoerd door continuo en tenorsolist. Fel en dreigend is de tekst van recitatief, nr. 5: de goedwillende christen zal eerst met vuur en zwaard te maken krijgen, voordat hij de hemel zal zien.

In aria, nr. 6, is eindelijk de overwinning van goed op kwaad een feit. Orkest en sopraan jubelen het uit op virtuoze wijze. Deze goede boodschap wordt geconsolideerd in het vrome slotkoraal, nr. 7, met o.m. de veelzeggende woorden Es gehe wie es gehe.

Max van Egmond

Litteratuur: A. Dürr: Die Kantaten von J.S. Bach