Vanavond staat J.S. Bach niet op de lessenaars. Maar de invloed van Leipzig en Luther is niet ver weg. Kuhnau en Johann Michael Bach waren beiden voorgangers van Johann Sebastian: de eerste in Leipzig en de laatste in Arnstadt. Zij schreven dan ook in een vroeg-barokke stijl, aansluitend bij de traditie van Schütz en Buxtehude.
Johann Kuhnau (1660-1722) studeerde rechten voordat hij in de muziek verder ging. Zijn eerste werkkring was in Dresden. Daarna werd hij benoemd tot cantor-organist aan de Thomaskerk in Leipzig, waar J.S. Bach later de beroemdste stukken van de muziekgeschiedenis zou uitvoeren.
De woorden van Kuhnau’s mini-cantate Gott, sei mir gnädig zijn genomen uit psalm 51. Het is een werk in één deel, dat afwisselend gezongen wordt door koor en solisten. De begeleiding is in handen van strijkers en continuo. Het begin is schijnbaar eenvoudig, maar later is het notenbeeld veeleisender, bijvoorbeeld wanneer de bassolist zingt over de waarheid die verborgen is, en de heilige wijsheid die juist wordt geopenbaard.
Johann Michael Bach (1648-1694) was van Johann Sebastian zowel een verre oom als de vader van zijn eerste vrouw. Toch heeft hij de rol van schoonvader niet bewust vervuld, want Johann Michael was al gestorven toen Johann Sebastian nog maar negen jaar was. Generaties lang heeft de uitgebreide familie Bach beroepsmusici voortgebracht. Ter illustratie: de post van organist in Arnstadt is vervuld door Johann Michael Bach, maar vervolgens ook door zijn achterneef Johann Sebastian Bach en diens neef Johan Ernst Bach (1722-1777)!
Johann Michael Bach schreef het motet (meerstemmig kerkelijk zangstuk) Ach bleib’ bei uns, Herr Jesu Christ voor vier solostemmen, strijkers en continuo. De tekst is geïnspireerd door het bijbelverhaal over de Emmaüsgangers, die hun medereiziger Christus vroegen om steeds bij hen te blijven. De vier stemmen laten zich afwisselend samen en individueel horen. De korte deeltjes worden verbonden door instrumentaal tussenspel.
Max van Egmond