Buxtehude en de Bach-familie

Johann Christoph Bach (1642-1703) was een oud-oom van Johann Sebastian Bach. In de immense familie van musici die Bach heetten zijn er maar liefst vier met de voornamen Johann Christoph. Daarvan is de bovengenoemde de oudste. Zijn faam was destijds te vergelijken met die van de jongere Johann Sebastian. Zijn beroemdste werk is de cantate Meine Freundin, du bist schön.

In 1999 hebben onderzoekers Das altbachische Archiv herontdekt, een door Johan Sebastian aangelegde verzameling van composities van zijn verwanten, waarbij ook werken van deze Johann Christoph zijn aangetroffen.

De leden van de Bach-dynastie moeten tamelijk honkvast zijn geweest. De plaatsen Eisenach, Arnstadt en Leipzig (dicht bij elkaar) duiken steeds weer op. Wellicht maakten geldgebrek en kinderrijke gezinnen ze minder mobiel dan b.v. Handel en Haydn. Toch heeft Johann Sebastian op zijn twintigste een 400 kilometer lange voetreis (!)  gemaakt, om de (toen al bejaarde) beroemdheid Buxtehude te bezoeken in het Noord-Duitse Lübeck.

Dietrich Buxtehude (1637-1707) was van Deense afkomst, en maakte carrière in Noord-Duitsland. Hij heeft een enorm oeuvre nagelaten, waaronder veel cantates en orgelwerken. Hoewel Buxtehude zich niet veel verplaatste, evenmin als Bach, waren beiden heel internationaal georiënteerd. Zo had Buxtehude bindingen met Nederland. Hij was bevriend met de componist Johan Adamszoon Reincken uit Deventer en hij heeft zich laten inspireren door Sweelinck, die in de Amsterdamse Oude Kerk was begonnen met  avond-concerten voor de burgerij. Dat was het eerste initiatief om een kerk als concertzaal te gebruiken. Buxtehude noemde zulke uitvoeringen Abendmusiken en maakte daarmee in Lübeck furore. Evenals Bach had Buxtehude het niet breed. Hij deed als bijverdienste de boekhouding van de kerk waaraan hij als organist verbonden was.

Ich lasse dich nicht van Johann Christoph Bach is een kort werk voor twee koren met begeleiding van orgel. De tekst is geïnspireerd op Genesis 32/27 , dat handelt over het gevecht tussen Jacob en de Engel. In de Nederlandse Bijbel zegt Jacob desgevraagd: “Ik laat U niet gaan tenzij U mij zegent.” De componist gebruikt uitsluitend de woorden: Ich lasse dich nicht, mein Jesu, du segnest mich denn. Eerst horen we een eenvoudige vraag-en-antwoord structuur tussen de beide koren. Dan versnelt het tempo en voegen de koren zich samen in een meer virtuose afsluiting.

Der Herr ist mit mir van Buxtehude is een  korte cantate voor koor en strijkorkest. Ook hier is de tekst heel beperkt. Eerst wordt in een levendig tempo gezongen: Der Herr ist mit mir; darum fürchte ich mich nicht. In een langzamer tempo wordt dan gevraagd: Was können wir menschen tun? Opnieuw komt er een versnelling op de woorden Der Herr ist mit mir, mir zu helfen. Und ich will meine Lust sehen an meinen Feinden. Ten slotte is er een uitvoerig Alleluia,waarin koor en orkest feestelijk voor de dag komen.

Literatuur o.m. Wikipedia

Niek Idelenburg (tenor en dirigent)

In 1996 studeerde Niek Idelenburg af aan het Sweelinck Conservatorium in de studierichting directie bij Daniel Reuss. In 1997 studeerde hij cum laude af in de studierichting klassiek zang bij Udo Reinemann aan de Hogeschool voor de Kunst in Utrecht.

Niek is artistiek leider van het Amsterdams Bach Consort, het Carthago Consort en van Holland Opera.

Hij werkt als zangsolist regelmatig met bekende barokensembles. Daarnaast heeft vooral hedendaagse muziek zijn interesse. Hij zong of dirigeerde premières van componisten als David Dramm, Jeff Hamburg, Daan Manneke, Toek Numan, Reza Namavar, Oene van Geel en Chiel Meijering. Hij werkt(e) als solist o.a. met Opera Zuid, het Brabants Orkest, Orkest de Volharding, het Utrechts Barok Consort, het Nieuw Bach Ensemble en het Nederlands Blazers Ensemble.

Naast modern werk en de grote werken van Bach en diens tijdgenoten dirigeerde hij tal van barokopera’s. Bij het Amsterdams Bach Consort dirigeerde hij Purcell’s King Arthur en Handel’s Acis & Galatea. In 2006 dirigeerde Niek het Carthago Consort en kamerkoor PA’dam met L’ Orfeo van Claudio Monteverdi op een betonmortelcentrale in Amersfoort.

Na het plotselinge overlijden van Hein Meens in 2012 was Niek Idelenburg enkele maanden interim-dirigent van het Westerkerkkoor en Bachorkest.

Susanna Veerman (organist)

Susanna Veerman werd geboren te Amsterdam in 1975. Haar eerste muzieklessen ontving zij van haar moeder (piano, solfège). Zij studeerde verder koordirectie (muziek) aan de Gnesin Middelbare Muziekschool (1989-1993) in Moskou (Sovjet-Unie) en later aan het Moskouse Conservatorium koordirectie en orgel. In 1997 behaalde zij haar koordirectiediploma in Rusland (Moskou). In 1998 behaalde zij haar praktijkdiploma koordirectie aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam bij  Jan Pasveer. In februari 2001 studeerde zij af als Uitvoerend Musicus (koordirectie) bij Joop Schets. In 2005 studeerde zij af als organiste (Uitvoerend Musicus) aan het Rotterdams Conservatorium bij Ben van Oosten. Zij is tevens in het bezit van de eerste graad kerkmuziekdiploma voor cantor en organist (2002). In 2003 behaalde zij de derde prijs op het orgelconcours te Schläegl (Oostenrijk) en in 2003 won zij de tweede prijs op het orgelconcours te Brielle. In 2004  en 2005  won zij  de tweede prijs op het Govert van Wijn orgelconcours te Maassluis. In  2007 en 2008 werd zij finaliste bij het A. Guilmant en M. Reger orgelconcours te Leeuwarden.

Susanna heeft een zeer uitgebreide concertpraktijk opgebouwd als organiste, dirigente en begeleidster zowel op orgel als piano  Tevens zong ze als sopraan tussen 1997-2005  in het Westerkerkkoor te Amsterdam o.l.v. J. Pasveer. Van januari 2005 tot juli 2013 was zij de vaste begeleidster van het Westerkerkkoor en Bach Orkest (piano/orgel/continuospeelster).

Zij dirigeert heden drie mannenkoren, te noemen  Rijnlands Christelijk Mannenkoor “Vox Humana” te Leiden sinds 2004 en het Vlaardings mannenkoor  “Orpheus” en mannenkoor “Sursum Corda” te Enschede.

In 2006 maakte zij met RCM Vox Humana een concertreis door Berlijn, In 2007 maakte zij als dirigent met Vox Humana de cd “Klassieke parels”. Tevens begeleidt zij het Apeldoorns Christelijk Mannenkoor sinds 2008 op orgel en piano op concerten.

Sinds 1999 was zij cantor en tweede organiste in de R.K. Augustinuskerk te Amsterdam Oud-West. Per 1 mei 2009 is zij in de bovengenoemde kerk hoofdorganiste (titulair) geworden.waar zij wekelijks het Cavaille-Coll orgel uit 1881 bespeeld en internationale orgelconcerten organiseert.

In januari 2006 is de eerste cd van Susanna verschenen met Franse orgelwerken, o.a. het Orgelconcert van F. Poulenc in g voor orkest, pauken en orgel. In 2005 en 2006 en 2007  ontving Susanna een beurs van de twee grote fondsen (Prins Bernhard Cultuurfonds en Fonds voor de Podiumkunsten) om 3 jaar lang naar Lyon (Frankrijk) af te reizen voor privé-les orgel bij de L.Robilliard. Zij volgt tevens nog privé-les orgel bij Ben van Oosten in de Grote kerk te Den Haag.

In april 2007 ontving zij de zilveren medaille (l’argent) van de Société  Académique “Arts-Sciences-Lettres” vanwege haar verdiensten voor de Franse koor- en  orgelmuziek. Sinds maart 2007 werkt zij aan de Fontys Hogeschool te Amsterdam op de faculteit Theologie als docent kerkmuziek en zang en sinds 2009 geeft zij cursussen over Franse orgels aan het HOVO te Sneek. Per jaar geeft Susanna ca. 25 solo orgelconcerten door heel Nederland. Sinds 2005 geeft zij ook concerten in het buitenland, nl : Frankrijk, Rusland, Wit-Rusland, Verenigde Staten, Belgie,  Italië, Oostenrijk, Duitsland, Noorwegen, Zweden en Finland.

Met Wim Does (haar echtgenoot) vormt zij een vast quatre-mains duo op orgel en piano bij concerten (sinds 2006). Haar specialisatie en liefde ligt vooral bij het Nederlandse en Fransromantische orgelrepertoire uit de 19-20-ste eeuw. In juli 2008 kwam haar tweede cd uit bij het label Festivo met Franse orgelwerken, opgenomen op het Cavaille-Coll orgel uit 1894 van de Saint-Antoine des Quinze-Vingts kerk te Parijs (12de arrond.)

Meer informatie op susannaveerman.nl