Saint Nicolas

Misschien herinnert u zich dat ik bij mijn commentaar op Rejoice in the Lamb vertelde dat er veel “kindmuziekplezier” is aan Benjamin Britten. Daarmee bedoel ik niet dat Brittens muziek kinderachtig is, maar dat die vaak beeldend tot ons voorstellingsvermogen spreekt (en daarnaast vele andere plezieren kent).

De cantate vertelt het verhaal van de heilige Nicolas, de 4e eeuwse Griekse bisschop van Myra in Turkije. Veel van de huidige Sinterklaas-gebruiken stammen af van oude legendes om zijn persoon. Dat voor ons de heilige Nicolaas uit Spanje komt, is de “schuld” van de 19e eeuwse Amsterdams onderwijzer Jan Schenkman, die ook de stoomboot verzon en ook de schimmel en de schoorsteen.

De cantate begint met te vertellen dat we de mens Nicolas niet meer zien door de heiligheid die hem omringt en vraagt aan Nicolas om te spreken en zich kenbaar te maken. Dat doet hij. Hij spreekt over lang vervlogen tijden waarin hij onder zijn getrouwen was. Zij zijn dood maar hun geloof is na eeuwen vervolging en opoffering het zaad geweest voor zijn verdere verbreiding. Dit deel eindigt met een gebed aan God dat wij de ware weg naar Liefde en Geloof mogen vinden.

Het tweede deel verhaalt van de kindertijd van Nicolas. Elk deel van de vertelling wordt afgerond met de kinderstem van Nicolas die roept: God be Glorified. Eerst springt hij uit de moederschoot, dan ligt hij in windsels. Dan rent hij vrolijk en onschuldig rond, springt in bad, wordt bekend (iedereen in het dorp weet al dat hij een heilige is) en trekt pelgrims aan die naast hem in gebed neerknielen en dan eindigt hij als man die met een volle tenor stem hetzelfde God be Glorified zingt.

In deel 3 draagt Nicolas zijn leven op aan God. Hij zingt over de hopeloosheid, eenzaamheid en de armoe van de mens en zegt dat hij alles deed om die te verlichten. Alles gaf hij op van zijn vroegere, rijke leven ter leniging van de noden van anderen, maar God en Liefde vroegen telkens meer tot hij de nederigheid aanvaardde en toen was de Liefde tevreden. Het is een prachtig stuk muziek waarin de woestenij waarop ons bestaan kan lijken, prachtig vertolkt wordt.

In deel 4 scheept Nicolas in om een pelgrimsreis naar Palestina te maken. Alles lijkt rustig en de matrozen vermaken zich met dobbelen (we horen de munten ketsen). Nicolas waarschuwt voor een storm maar ze besteden geen aandacht aan hem. Dan steekt de wind op en het schip gaat rollen en is speelbal van de golven. De matrozen roepen bevelen naar elkaar en jammeren dat ze het einde nabij voelen. Nicolas weet ze te manen tot gebed en de storm gaat liggen. Dit deel eindigt met een prachtige reflectie op de mens die alleen in opperste nood zich tot God weet te wenden en een gebed om ons te leren nederig en dankbaar te zijn.

In deel 5 komt Nicolas in Myra en wordt daar tot bisschop gewijd. Alle parafernalia die bij zijn ambt horen worden hem aangedaan en omgehangen. Het deel eindigt met een hymne die door de hele congregatie (u dus) gezongen wordt, en u kent de melodie (maar misschien niet de naam: Old Hundredth Psalm Tune).

In deel 6 zit Nicolas in de gevangenis (in de tijd van de vervolging van de christenen). Nicolas maant de christenen om de wildernis die het leven is te accepteren en zich tot God te wenden om het leven dragelijk en zinvol te maken.

Deel 7 vertelt het verhaal hoe drie jongens door een kwaadaardige slager in een vat werden gepekeld en opgediend in een herberg ten tijde van een grote hongerssnood. Nicolas weigert te eten en roept Timothy, Mark en John uit de dood. Het is een van de vele kindervriend legendes van de heilige Nicolas.

Deel 8 gaat verder over zijn vele andere goede werken van liefdadigheid en genade.

Deel 9 eindigt met de dood van Nicolas. Onder de regels waarin Nicolas de dood verwelkomt zingt het koor het Nunc dimittis, de hymne die Simeon sprak toen zijn oude ogen het kind Jezus zagen bij de opdracht in de Tempel. Ook dit deel eindigt met een hymne die u kent en die u mee kunt zingen. Hij staat bekend als The London New en is getiteld God moves in mysterious ways.

Gepubliceerd in Tref. 393 (november 2011)

Mirsa Adami (pianist)

De pianiste Mirsa Adami begon haar pianostudies in Tirana, Albanië bij Elsa Veizi en Takuina Adami. Op jonge leeftijd speelde ze daar met verschillende orkesten en gaf vele recitals in het land. In 1991 kwam ze naar Nederland om haar studie te vervolgen, eerst bij Jan Huizing in Groningen en later bij Jan Wijn aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. Ze behaalde in 2000 met lof het diploma als uitvoerend musicus en is sindsdien verbonden als repetitor bij De Nieuwe Opera Academie te Amsterdam.

Haar brede interesses leidden tot gevarieerd concerten en activiteiten. Elke zomer begeleidt ze de cellisten bij de masterclasses van Holland Music Sessions. In opdracht van HMS organiseerde ze in 2003 een succesvolle serie kinderconcerten voor de basisscholen rondom Apeldoorn. Ze werkte met schrijvers Willem Jan Otten en Vonne van de Meer en draagt regelmatig gedichten voor in haar recitals. Ze heeft meerdere malen op het Prinsengrachtfestival opgetreden alsmede concerten gegeven in Nederland en andere landen zoals Italië, Frankrijk, Duitsland en Japan.

Ze vormt een vast duo met de violiste Cecilia Bernardini met wie ze in maart 2003 de Vriendenkrans van het Amsterdamse Concertgebouw won. In 2004 maakte ze haar debuut in de Grote zaal van het Concertgebouw met het derde pianoconcert van Prokofiev met het VU orkest o.l.v. Daan Admiraal.
Ook dat jaar gaf ze met de violiste Birthe Blom een serie concerten over Thema en Variaties van de Eerste Weense school. In 2005 nam ze als lid van het Darius Ensemble deel aan de serie Het Debuut.

In december 2005 speelde ze met het Kennermerjeugdoerkst o.l.v. Mathijs Broers het 2de pianoconcert van Rachmaninov in het Concertgebouw in Haarlem. In januari 2006 soleerde ze met hetzelfde pianoconcert in haar geboortestad Tirana met het Albanees Omroeporkest onder de Russische dirigent Leonid Nikolayev.
Sinds 2007 is Mirsa een van de pianisten/presentatoren van de Classic Express bus, ontwikkelt door Prinses Christina Concours. De bus reist door het hele land en brengt klassieke kamermuziek ten gehore aan klassen van lagere scholen. In April 2008 speelde ze met de Noorse cellist Håkon Samuelsen in de serie “Masters on tour” in het Concertgebouw Amsterdam, in Bratislava en in Riga.

In seizoen 2008-2009 speelde ze de pianoconcerten van Mozart (Rondo), Brahms (eerste pianoconcert), Beethoven (derde pianoconcert) en Von Weber (Konzertstück).

Meer informatie op www.mirsaadami.com

Adrian Thompson (tenor)

Foto Grzegorz Monkiewicz

London-born Adrian Thompson is an artist of extraordinary versatility with a wide-ranging opera, concert and recital repertoire of works from the renaissance to the present day. He trained at The Guildhall School of Music and Drama where he is now a professor of vocal studies.

His opera appearances have included the title role of Peter Grimes, Skuratov The House Of The Dead and Canio I Pagliacci for Oper Frankfurt; Snout A Midsummer Night’s Dream for Teatro alla Scala, Milan; Mao Nixon in China in Toronto; Monostatos in Die Zauberflöte, 1st Jew in Salome, Arv in Nielsen’s Maskarade and Valzacchi Der Rosenkavalier at the Royal Opera House, Covent Garden; Florestan Fidelio and Scribe Khovanshchina for Welsh National Opera, Esslinger Die Meistersinger at Glyndebourne. Prologue The Turn of the Screw, Michael Jarrell’s Galilée and Rev. Adams Peter Grimes (Runnicles) for Grand Théâtre de Genève, Albert Gregor The Makropoulos Case, Erik Der Fliegende Holländer and Laca Jenufa for Opera Zuid; Mime Das Rheingold for Nationale Reisopera; the title role of Janacek’s The Diary of One who Disappeared both in Brussels and the Aix-en-Provence Festival; Vitek The Makropulos Case for Angers/Nantes Opera; Zivny in Janacek’s Osud and Midas in Die Liebe Der Danae for Garsington Opera as well as concert performances as Grigory Boris Godunov at The Brighton Festival and Bacchus Ariadne Auf Naxos at The Barbican. He has also performed with Glyndebourne Festival Opera, English National Opera, Scottish Opera, Opera du Rhin, Badisches Staatstheater, Karlsruhe, Oper der Stadt Köln, Staatstheater Stuttgart, Staatstheater Darmstadt, at the Bregenz Festival, Théâtre des Champs Elysées, New Israeli Opera, and The Netherlands Opera.

Adrian Thompson has performed with all the major British orchestras and ensembles and his overseas engagements have taken him all over the world. During his career he has worked with many distinguished conductors: Sir John Eliot Gardiner, Trevor Pinnock, Harry Christophers, Sir Andrew Davis, Richard Hickox, Sir Colin Davis and Philippe Herreweghe. In the contemporary field he has performed Lutoslawski’s Paroles Tisées with Oliver Knussen and The London Sinfonietta, recorded Judith Weir’s A Night at the Chinese Opera and given many first performances of works by British and European composers. Concert highlights include Janacek’s Glagolitic Mass with the Hallé Orchestra/Mark Elder, Dream of Gerontius with the Czech Philharmonic Orchestra/Christopher Seaman and at the Royal Festival Hall and War Requiem at the Barbican Centre, London  He is particularly associated with the works of Britten and Elgar and his repertoire also includes Beethoven 9th Symphony, Verdi Requiem and Mahler Das Lied von der Erde as well as the Evangelists of Bach’s St John and St Matthew Passions.

A very experienced recitalist, Adrian Thompson has made many appearances at the Wigmore Hall and at festivals in the UK and Europe with pianists Graham Johnson, Iain Burnside and Roger Vignoles and harpist Ossian Ellis, also appearing in recital recently with Roger Braun at the Concertgebouw. He has recorded discs of works by Vaughan Williams and Gurney, a volume in the acclaimed Complete Schubert Edition and Janácek’s The Eternal Gospel with the BBC Scottish Symphony Orchestra for Hyperion, Warlock’s The Curlew for Collins Classics and Schubert’s Die Schöne Müllerin for Pickwick.  He appears on Britten’s A Midsummer Night’s Dream for Virgin Classics, Vaughan Williams’ The Pilgrim’s Progress, Sir John in Love for Chandos and in Handel’s Rodelinda for Virgin Classics. His discography also includes Britten’s Serenade, Les Illuminations and Nocturne and Mendelssohn’s Lobegesang for Naxos.

Engagements in 2011/2012 include Mime Siegfried for the Nationale Reisopera, Triquet in the new production of Eugene Onegin for English National Opera, Glagolitic Mass at Symphony Hall, Birmingham, Dream of Gerontius at Worcester Cathedral, Valzacchi for ENO and School Teacher The Cunning Little Vixen for Glyndebourne Festival.

Musicanti van Kinderkoor Academie Nederland

Musicanti is het selectiekoor van de Kinderkoor Academie Nederland, onderscheiden met vier sterren. Alle koorleden van Musicanti Kinderkoor krijgen naast de wekelijkse extra koorrepetitie individuele zanglessen en voortgezet solfègeonderwijs.

Onder leiding van dirigent Silvère van Lieshout, oprichter en tien jaar dirigent van het Nationaal Kinderkoor en Nationaal Jeugdkoor, realiseerde het koor in juli 2004 als maiden concert de Nederlandse première van het nieuwe, maatschappelijk geëngageerde werk “Barcode Zukunft” voor kinderkoor, blazers en slagwerk van Kurt Bikkembergs.

Het koor werkte mee aan de producties van Pagliacci door het Residentie Orkest o.l.v. Jaap van Zweden in de Anton Phillipszaal in Den Haag en het Concertgebouw in Amsterdam. In 2005 zong Musicanti tijdens de uitvoering van het War Requiem van Benjamin Britten in Delft en tijdens de manifestatie Dichters in de Bomen tijdens de Haagse Uitmarkt. Kerst 2005 was het koor voor het eerst te horen met een uitgebreid kerstrepertoire met als hoogtepunt A Ceremony of Carols van Benjamin Britten. In 2006 werkte Musicanti Kinderkoor mee aan de uitvoeringen van de Carmina Burana van C. Orff met het Residentie Orkest o.l.v. Claus Peter Flor. In 2007 won het koor de Eerste Prijs in de categorie Folklore tijdens het Internationaal Koorfestival in Arezzo.
In 2008 droeg het koor het 24e Koninginnedagconcert dit keer verzorgd door de Kinderkoor Academie Nederland. Het jaarlijkse Koninginnedagconcert vindt plaats in paleis Noordeinde en wordt elk jaar integraal door de NPS uitgezonden op televisie. Deze uitnodiging om het integraal op televisie uitgezonden Koninginnedagconcert in het Paleis Noordeinde te verzorgen, in het bijzijn van Koningin Beatrix, haar familie en talrijke gasten, mag als een hoogtepunt worden beschouwd in het bestaan van het koor. In deze serie traden onder andere eerder op: het Schönberg Ensemble, Rostropovitch en Olga Borodina, het St Johns College Choir en Ton Koopman.

Tijdens de interlandwedstrijd van het Nederlands Elftal zong Musicanti Kinderkoor de volksliederen van Wales en Nederland voor een uitverkochte Kuip met 48.000 toeschouwers!

Meer informatie op www.kinderkooracademie.nl

Saint Nicolas (opus 42)

Heeft dit iets te maken met onze Goedheiligman? Nou, een beetje.
De Nicolas in deze cantate kwam niet uit Spanje, maar uit Patara in Turkije. Wel was hij een kindervriend en kwam op voor de armen en verdrukten. Veel later heeft de Angelsaksische wereld hem omgetoverd tot Santa Claus. In onze Lage Landen ging hij een eigen (eeuwig) leven leiden als Sinterklaas.

Benjamin Britten (1913-1976) was in vele opzichten een buitenbeentje. Zo schreef de beroemde romanschrijver E.M. Foster: “Britten behaalt triomfen buiten de regels van de kunst om.” Inderdaad, hij deed niet mee aan modieuze stromingen maar volgde zijn eigen weg: het componeren van begrijpelijke muziek (soms speciaal bedoeld voor amateurs) en het kiezen van onderwerpen zoals underdogs (de opera Albert Herring) en het pacifisme (het War Requiem). Hij wilde zijn muziek toegankelijk maken voor velen en ook voor kinderen. In zijn jonge jaren zagen critici hem niet voor vol aan. Britten trok zich dat aan en leed ook overigens onder de toen heersende politieke, maatschappelijke en morele tendensen en onder eigen innerlijke strijd. Op de leeftijd van 26 vertrok Britten voor enkele jaren naar de Verenigde Staten en Canada, waar hij ook de band bezegelde met zijn levenspartner, de tenor Peter Pears.

De Saint Nicolas Cantata schreef Benjamin Britten in 1948 voor het lustrum van het Lancing College in Sussex (de vroegere middelbare school van Pears). Hij hield rekening met de uitvoeringsmogelijkheden ter plaatse, hetgeen resulteerde in een ensemble van gemengd koor en enkele jongens-stemmen, met een hoofdrol voor de tenor-solist en begeleiding van strijkers, piano, orgel en slagwerk.

Voor het schrijven van de tekst werd een beroep gedaan op Eric Crozier. Na bestudering van leven en heldendaden van de Heilige Nicolaas, besloot hij, daar een schepje bovenop te doen, ter wille van de dramatiek. Dat heeft Britten aangegrepen voor het componeren van gedurfde contrasten en opvallende effecten.

I. Introduction. Het koor heeft de rol van mensen uit onze tijd, die bidden tot de Nicolas van eeuwen geleden, hem vragende zich kenbaar te maken. Het wonder geschiedt en de heilige richt het woord tot het koor “over de geweldige afstand van zestien honderd jaren heen”.

II. The Birth of Nicolas. Dan volgen de wonderen elkaar snel op. Meteen na zijn geboorte (rond het jaar 270) roept Nicolas bij het verlaten van de moederschoot: “Gode zij geloofd!” Die woorden worden gezongen (en steeds herhaald) door een jongens-sopraan. Het kind groeit snel en voorspoedig, zodat al ras zijn partij kan worden overgenomen door de volwassen tenor-stem.

III. Nicolas Devotes Himself to God. Nu is Nicolas alleen aan het woord. Hij vertelt over de dood van zijn ouders en beklaagt zich daarna over de slechtheid van de mensen. Hij besluit, zijn leven voortaan geheel in dienst van God te stellen.

IV. He Journeys to Palestine. Per schip gaat Nicolas op reis naar het Beloofde Land. Het schip wordt getroffen door een heftige storm, wellicht als straf voor de matrozen, die de spot dreven met de devote heilige aan boord. De zeelieden raken in paniek, maar Nicolas roept ze bij elkaar om te bidden en de storm gaat liggen.

V. Nicolas Comes to Myra and is Chosen Bishop. Bij terugkomst naar zijn geboortestad kiest het volk Nicolas tot bisschop van het land Myra en vraagt hem, het geloof te beschermen en de vijand te verslaan. Dat belooft hij en dit deel sluit af met een koraal-achtige hymne.

VI. Nicolas from Prison. Rond het jaar 310 wordt Nicolas tijdens een bezetting enige tijd gevangen gezet. Na zijn vrijlating bezweert hij de mensheid, niet te volharden in goddeloosheid, maar terug te keren tot het geloof.

VII. Nicolas and the Pickled Boys. Nu gaat het over de huiveringwekkende legende van het ingemaakte mensenvlees. Een stel losbandige reizigers biedt Nicolas wat van hun maaltijd aan. Hij weigert omdat hij beseft dat zij het ingemaakte vlees eten van drie vermoorde jongetjes. De onverlaten worden door Nicolas op hun nummer gezet door zijn volgende wonder: hij wekt de drie kinderen op uit de dood, noemt hun namen (Timothy, Mark en John) en zegt ze hun kleding van gestroopte huid weer aan te trekken. Dat doende zingen de kinderen Alleluia!

VIII. His Piety and Marvellous Works. In een naar verhouding eenvoudig lied bezingt het koor de vele goede daden van Nicolas.

IX. The Death of Nicolas. De heilige voorspelt zijn eigen dood en bezingt die met aanvaarding, verlangen en vreugde. Het koor valt hem bij met het zingen van het Nunc dimittis. Na de laatste stervenswoorden van Nicolas volgt een energiek instrumentaal tussenspel, waarna het koor afsluit met een slotkoraal.

Max van Egmond
(literatuur: Grove Dictionary of Music, Wikipedia en Benjamin Britten in zijn voorwoord tot de cantate)

Hein Meens (dirigent)

Foto Olaf Hammelburg

Hein Meens (1949-2012) studeerde piano en zang aan het Conservatorium van Maastricht. Na het voltooien van beide studies maakte hij vooral carrière als zanger en kreeg landelijke bekendheid als Evangelist in Bach’s Passionen. Hij behaalde de Prix d’Excellence voor solozang en was prijswinnaar bij het Internationale Vocalisten Concours te ‘s-Hertogenbosch. Tevens werd hij onderscheiden met de Zilveren Vriendenkrans van het Amsterdamse Concertgebouw.

In 1982 maakte hij zijn operadebuut als Don Ottavio in Mozart’s Don Giovanni. Sindsdien vertolkte hij vele operarollen bij de Nederlandse Opera, de Nationale Reisopera, Opera Zuid, de Vlaamse Opera, The New Israeli Opera in Tel Aviv en in operaproducties in Italië, Frankrijk, Duitsland en in New York.

Hein Meens was als zangdocent en oratoriumcoach verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam. Hij debuteerde in 2002 als dirigent met de Matthäus Passion, bij het Amsterdams Bach Consort, waar hij in 2006 opnieuw gastdirigent was in Haydn’s Die Schöpfung.

Hein Meens was van 1 oktober 2005 tot zijn plotselinge overlijden op 10 februari 2012 de vaste dirigent van het Westerkerkkoor en Bachorkest.

Susanna Veerman (organist)

Susanna Veerman werd geboren te Amsterdam in 1975. Haar eerste muzieklessen ontving zij van haar moeder (piano, solfège). Zij studeerde verder koordirectie (muziek) aan de Gnesin Middelbare Muziekschool (1989-1993) in Moskou (Sovjet-Unie) en later aan het Moskouse Conservatorium koordirectie en orgel. In 1997 behaalde zij haar koordirectiediploma in Rusland (Moskou). In 1998 behaalde zij haar praktijkdiploma koordirectie aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam bij  Jan Pasveer. In februari 2001 studeerde zij af als Uitvoerend Musicus (koordirectie) bij Joop Schets. In 2005 studeerde zij af als organiste (Uitvoerend Musicus) aan het Rotterdams Conservatorium bij Ben van Oosten. Zij is tevens in het bezit van de eerste graad kerkmuziekdiploma voor cantor en organist (2002). In 2003 behaalde zij de derde prijs op het orgelconcours te Schläegl (Oostenrijk) en in 2003 won zij de tweede prijs op het orgelconcours te Brielle. In 2004  en 2005  won zij  de tweede prijs op het Govert van Wijn orgelconcours te Maassluis. In  2007 en 2008 werd zij finaliste bij het A. Guilmant en M. Reger orgelconcours te Leeuwarden.

Susanna heeft een zeer uitgebreide concertpraktijk opgebouwd als organiste, dirigente en begeleidster zowel op orgel als piano  Tevens zong ze als sopraan tussen 1997-2005  in het Westerkerkkoor te Amsterdam o.l.v. J. Pasveer. Van januari 2005 tot juli 2013 was zij de vaste begeleidster van het Westerkerkkoor en Bach Orkest (piano/orgel/continuospeelster).

Zij dirigeert heden drie mannenkoren, te noemen  Rijnlands Christelijk Mannenkoor “Vox Humana” te Leiden sinds 2004 en het Vlaardings mannenkoor  “Orpheus” en mannenkoor “Sursum Corda” te Enschede.

In 2006 maakte zij met RCM Vox Humana een concertreis door Berlijn, In 2007 maakte zij als dirigent met Vox Humana de cd “Klassieke parels”. Tevens begeleidt zij het Apeldoorns Christelijk Mannenkoor sinds 2008 op orgel en piano op concerten.

Sinds 1999 was zij cantor en tweede organiste in de R.K. Augustinuskerk te Amsterdam Oud-West. Per 1 mei 2009 is zij in de bovengenoemde kerk hoofdorganiste (titulair) geworden.waar zij wekelijks het Cavaille-Coll orgel uit 1881 bespeeld en internationale orgelconcerten organiseert.

In januari 2006 is de eerste cd van Susanna verschenen met Franse orgelwerken, o.a. het Orgelconcert van F. Poulenc in g voor orkest, pauken en orgel. In 2005 en 2006 en 2007  ontving Susanna een beurs van de twee grote fondsen (Prins Bernhard Cultuurfonds en Fonds voor de Podiumkunsten) om 3 jaar lang naar Lyon (Frankrijk) af te reizen voor privé-les orgel bij de L.Robilliard. Zij volgt tevens nog privé-les orgel bij Ben van Oosten in de Grote kerk te Den Haag.

In april 2007 ontving zij de zilveren medaille (l’argent) van de Société  Académique “Arts-Sciences-Lettres” vanwege haar verdiensten voor de Franse koor- en  orgelmuziek. Sinds maart 2007 werkt zij aan de Fontys Hogeschool te Amsterdam op de faculteit Theologie als docent kerkmuziek en zang en sinds 2009 geeft zij cursussen over Franse orgels aan het HOVO te Sneek. Per jaar geeft Susanna ca. 25 solo orgelconcerten door heel Nederland. Sinds 2005 geeft zij ook concerten in het buitenland, nl : Frankrijk, Rusland, Wit-Rusland, Verenigde Staten, Belgie,  Italië, Oostenrijk, Duitsland, Noorwegen, Zweden en Finland.

Met Wim Does (haar echtgenoot) vormt zij een vast quatre-mains duo op orgel en piano bij concerten (sinds 2006). Haar specialisatie en liefde ligt vooral bij het Nederlandse en Fransromantische orgelrepertoire uit de 19-20-ste eeuw. In juli 2008 kwam haar tweede cd uit bij het label Festivo met Franse orgelwerken, opgenomen op het Cavaille-Coll orgel uit 1894 van de Saint-Antoine des Quinze-Vingts kerk te Parijs (12de arrond.)

Meer informatie op susannaveerman.nl